Interview

Waardevol en democratisch: het Verantwoordingsorgaan

6 juni 2023

Kort geleden zijn in het Verantwoordingsorgaan (VO) de nieuw gekozen leden namens Athora en gepensioneerden aangetreden. Dat klinkt nogal abstract en ambtelijk. Maar Rob Engels, één van de leden en vanaf 1 juli voorzitter, benadrukt dat het VO een belangrijke toegevoegde waarde heeft. Juist ook omdat het democratisch is gekozen én een afspiegeling is van actieve en gepensioneerde deelnemers, ‘We willen controleren, adviseren en enthousiasmeren.’

Tot zijn pensioen op 30 juni 2022 was Rob Engels (65) sinds begin 2014 investment officer bij het pensioenfonds; beleggingen en vermogensbeheer lopen als een rode draad door zijn loopbaan. Met een kleine onderbreking werkte hij zo’n 23 jaar bij SNS Bank, tot 2014.

Wat ben je gaan doen na je pensionering?

‘Ik doe vrijwilligerswerk. Bijvoorbeeld de gastenservice in het Chassé Theater & Cinema in Breda. Ik controleer kaartjes, breng mensen naar hun plaats, en als ik zaalwacht ben zie ik zelf de voorstelling. Ook zorg ik bijvoorbeeld dat bioscoopbezoekers in de goede zaal terechtkomen, dus dat kinderen ook echt een kinderfilm gaan bekijken. Sinds een jaar ben ik Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand, beter bekend als trouwambtenaar. Dochter Malou vroeg of ik dat voor haar huwelijk met Justin wilde doen. Inmiddels heb ik een paar huwelijken gesloten, best speciaal. Ik wil dingen doen die maatschappelijk de moeite waard zijn – en meer fietsen en squashen.’

En nu dus ook in het Verantwoordingsorgaan.

‘Ja, ik ben gekozen; er waren voor de vier zetels voor gepensioneerden acht kandidaten, dat vond ik al positief. Ik heb trouwens in het verleden al eens zes jaar in de toen nog bestaande Raad van Deelnemers van het pensioenfonds gezeten,  een echt medezeggenschapsorgaan.’

Er is een bestuur, een Raad van Toezicht, een pensioenbureau, een actuaris en een accountant. Wat voegt het VO toe?

‘Allereerst dus dat democratische gehalte. We vertegenwoordigen de belangen van actieve deelnemers, gepensioneerden en de werkgever. We beoordelen het beleid van het bestuur, we hebben adviesrechten en overleggen onder meer met het bestuur over onderwerpen die we belangrijk vinden. Ook kunnen we nieuwe bestuursleden en leden voor de Raad van Toezicht voordragen. Kort samengevat willen we controleren, adviseren en enthousiasmeren.’

Hebt u het interview gelezen in de papieren nieuwsbrief? Lees dan hieronder verder.

Rob Engels
verantwoordingsorgaan

Kun je een onderwerp noemen waarvoor het VO zich heeft ingezet?

‘Het beste voorbeeld is denk ik duurzaam beleggen. Dat leeft sterk onder veel deelnemers en daar hebben we ons echt voor ingezet. En het is mooi om te zien dat het bestuur en de vermogensbeheerder dat ook hebben opgepakt, in een uitstekende wisselwerking.’

Wat zijn de belangrijkste komende agendapunten?

‘In de allereerste plaats de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Dat wordt een hele kluif, een echte lakmoesproef. Het pensioenfonds moet zorgen dat dat evenwichtig, uitlegbaar en uitvoerbaar gebeurt. En in dat proces spelen wij ook onze rol.’

Hoe zorgt het VO dat het zijn werk goed kan doen?

‘De lijnen zijn kort, we kennen elkaar en we kunnen makkelijk iemand aan zijn jasje trekken als we iets willen weten. Het bestuur bestaat trouwens ook uit vertegenwoordigers van actieve en gepensioneerde deelnemers, met een onafhankelijke voorzitter. Dat is bij ons heel anders dan bij de grote bedrijfstakpensioenfondsen, daar is veel meer afstand.

We hebben zes reguliere vergaderingen per jaar, op dagen dat het bestuur ook vergadert. Aan het eind van die dagen praten we elkaar dan bij. Het is belangrijk om elkaar regelmatig te zien, zodat je elkaar weer even recht in de ogen kunt kijken. Eens per jaar hebben we een beleggingsmeeting, en een studiedag waarbij ook het pensioenbureau (ons aller steun en toeverlaat!) aanschuift. Dan nemen we de belangrijke actuele ontwikkelingen door. In elk jaarverslag wordt een bericht van het VO opgenomen. Daarin leggen we uit wat we hebben gedaan en waar we speciaal op hebben gelet.’

Hebben jullie zelf deskundigheid aan boord?

‘Ieder brengt zijn of haar eigen deskundigheid mee: van pensioen verzekeren, risicomanagement  en vermogensbeheer, tot actuariaat en communicatie. En gelukkig zijn we geen clubje met alleen maar “grijze mannen in een blauw pak”, ook in het VO zijn vrouwen en jongeren vertegenwoordigd. Als VO hechten we ook aan goede onderlinge samenwerking. We zetten onze gebundelde ervaring en kennis in voor het pensioen van de opbouwers, slapers en gepensioneerde deelnemers.

We zijn niet van het opgeheven vingertje, we willen het bestuur terzijde staan. We houden het tegelijkertijd zuiver, het mag niet te informeel worden. Iedereen heeft een formele rol en moet op de juiste momenten de juiste informatie krijgen om die rol te kunnen waarmaken. We gaan niet op de stoel van het bestuur zitten, we letten op de grote lijnen en kijken of we de goede kant op gaan. Als het moet, gaan we op onze strepen staan, ook als het dan iets gaat schuren. Het VO is geen papieren tijger.

Maar in de eerste plaats is het een gezamenlijke inspanning: van het bestuur, de Raad van Toezicht, het pensioenbureau en dus ook het Verantwoordingsorgaan. Samen kunnen we veel kracht ontwikkelen.’

Is dat rond de komst van het nieuwe pensioenstelsel extra belangrijk?

‘Die ingrijpende en gecompliceerde transitie legt een extra grote verantwoordelijkheid op alle betrokkenen en het vraagt om een heel goede communicatie. Tussen alle geledingen van het pensioenfonds, maar vooral ook met de deelnemers. Je moet iedereen erin meenemen, het nieuwe pensioen mag geen black box zijn. Alles keuzes en stappen moeten helder en uitlegbaar zijn. Het pensioenfonds mag het vertrouwen van de deelnemers niet beschamen. Dat vraagt ook om besluitvaardigheid en het kan wat mij betreft wel wat doortastender, het wordt tijd om meer vaart te maken nu de Wet toekomst pensioenen is aangenomen door het parlement. Daar willen we als VO graag onze partij in meeblazen.’