De Nederlandse economie groeit weer bestendig en dat zien de meeste Nederlanders in 2017 in hun portemonnee terug. Dat was het belangrijkste nieuws dat het kabinet op Prinsjesdag presenteerde. Het woord ‘pensioen’ kwam in de Troonrede niet voor, wel in de Miljoenennota en het bijbehorende Belastingplan. De belangrijkste punten op een rij.
Koopkracht omhoog
Volgens de berekeningen van het kabinet krijgen negen van de tien werkenden (95%) volgend jaar meer te besteden. Ook gepensioneerden gaan er iets in koopkracht op vooruit. Om hen te compenseren voor misgelopen indexatie, verhoogt het kabinet de ouderenkorting met ruim € 100 per jaar. Daarnaast gaan de zorg- en huurtoeslag omhoog.
Geen wijzigingen in AOW
De AOW-leeftijd gaat niet terug naar 65 jaar en er zijn geen plannen om de AOW te verhogen. Het kabinet heeft ook geen maatregelen aangekondigd om iets te doen aan de dreigende kortingen op pensioenen bij pensioenfondsen met een zwakke financiële positie.
Meer keuzevrijheid bij pensioen
Werknemers krijgen vanaf 2017 meer vrijheid om zelf de ingangsdatum van hun pensioen te bepalen. Een werknemer kan nu nog alleen later met pensioen dan in zijn pensioenregeling staat, als hij in loondienst blijft of als ondernemer blijft doorwerken. De pensioenuitvoerder moet dit toetsen. Vanwege de administratieve lasten wordt dit ‘doorwerkvereiste’ afgeschaft. Eén voorwaarde blijft overeind: het pensioen moet uiterlijk vijf jaar na de AOW-leeftijd ingaan.
Ook de zogenoemde 100%-grens verdwijnt. Deze regel bepaalt dat een ouderdomspensioen niet hoger mag zijn dan 100% van het laatstverdiende loon. Pensioenuitvoerders moeten dit toetsen, wat leidt tot hoge kosten. Nu deze grens komt te vervallen, wordt het niet alleen administratief makkelijker, maar worden deelnemers nooit gedwongen om hun pensioen in te laten gaan omdat dit net zo hoog is als hun actuele inkomen. Voor iedereen goed nieuws dus.
Naar een nieuw pensioenstelsel
Het kabinet wil in 2020 een nieuw, toekomstbestendig pensioenstelsel mogelijk maken. Met meer ruimte voor individueel maatwerk en meer keuzevrijheid op het gebied van beleggingsbeleid, de hoogte van de inleg en de vorm van de uitkering, inclusief een gedeeltelijke afkoop op pensioeningangsdatum. De meeste van deze plannen waren al vóór Prinsjesdag bekend.
Verplichte waardeoverdracht kleine pensioen
Kleine pensioenen, bijvoorbeeld van werknemers die maar kort in dienst zijn geweest, kosten veel geld. Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel voor automatische waardeoverdracht van het pensioen. Als de werknemer al een nieuwe baan heeft, verhuist het pensioen verplicht mee naar het nieuwe pensioenfonds. Heeft de werknemer nog geen nieuwe baan, dan moet het geld worden overgedragen aan de vorige pensioenuitvoerder met de hoogste pensioenaanspraken voor de werknemer. De nieuwe spelregels moeten in 2017 ingaan.