De nominale dekkingsgraad (gebaseerd op DNB UFR curve) is in maart gedaald ten opzichte van februari (116,7%) en bedraagt op 31 maart 2018 114,9%.
De nominale dekkingsgraad is gedaald met 1,8%-punt wat is te verklaren door:
- De marktrente is gedaald (de 30-jaars swaprente bijvoorbeeld met ongeveer 0,11%) en hierdoor is de voorziening pensioenverplichtingen gestegen met ongeveer € 71 miljoen (negatief effect op de dekkingsgraad).
- Het pensioenvermogen (waarde van de beleggingen en overige activa en passiva) is met ongeveer € 29 miljoen gestegen (positief effect op de dekkingsgraad). De vastrentende waarde en de rente-derivaten (ter afdekking van het renterisico) stegen in waarde in verband met de gedaalde rente. De aandelen zijn in waarde gedaald in verband met een minder gunstig beursklimaat in maart. De inflatie-derivaten (ter afdekking van het inflatierisico) daalde in waarde omdat de inflatieverwachting is gedaald.
Aangezien de waardestijging van het pensioenvermogen kleiner was dan de waardestijging van de voorziening pensioenverplichtingen, is de dekkingsgraad gedaald in maart.
De beleidsdekkingsgraad (= gemiddelde nominale dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden) is gestegen met 0,2%-punt en bedraagt per 31 maart 2018 115,3% (28 februari 2018 115,1%). Dit is hoger dan de per 31 december 2017 vastgestelde strategisch vereiste dekkingsgraad (114,4%).