De nominale dekkingsgraad (gebaseerd op DNB UFR curve) is per ultimo april (112,5%) gestegen ten opzichte van ultimo maart (111,5%).
De nominale dekkingsgraad is gestegen met 1,0%-punt wat te verklaren is door:
- De gestegen gemiddelde marktrente met ongeveer 0,04%-punt waardoor de voorziening pensioenverplichtingen is gedaald met circa € 14 miljoen (positief effect op de dekkingsgraad).
- Het gestegen pensioenvermogen (waarde van de beleggingen en overige activa en passiva) met circa € 14 miljoen (positief effect op de dekkingsgraad). De returnportefeuille noteerde in de maand april een performance van 2,05% (voornamelijk door de goede performance van de aandelen 3,21%). De rente-derivaten en de vastrentende waarden (ter afdekking van het renterisico) daalden in waarde als gevolg van de gestegen rente. Het rendement van de totale portefeuille in de maand maart was 0,39%.
De beleidsdekkingsgraad (= gemiddelde nominale dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden) is met 0,2%-punt gedaald naar 113,1%. Begin mei is het strategisch vereist vermogen vastgesteld op 113,3% per 31-3-2019. Het fonds heeft ultimo april dus een reservetekort (dit is het geval indien de beleidsdekkingsgraad zakt onder het strategisch vereist eigen vermogen). Indien het fonds aan het einde van dit kwartaal nog steeds een reservetekort heeft, zal het fonds dit onverwijld melden aan DNB en uiterlijk vóór ultimo september 2019 een herstelplan indienen bij DNB. De verwachting is dat de uitkomst van het herstelplan is dat het pensioenfonds binnen de gestelde termijn van 10 jaar het reservetekort zal opheffen.