De nominale dekkingsgraad (gebaseerd op DNB UFR curve) is per ultimo mei (115,0%) gedaald ten opzichte van ultimo april (115,4%).
De nominale dekkingsgraad is gedaald met 0,4%-punt wat is te verklaren door:
- De marktrente is gedaald (de 30-jaars swaprente bijvoorbeeld met ongeveer 0,06%) en hierdoor is de voorziening pensioenverplichtingen gestegen met ruim € 37 miljoen (negatief effect op de dekkingsgraad).
- Het pensioenvermogen (waarde van de beleggingen en overige activa en passiva) is met ruim € 31 miljoen gestegen (positief effect op de dekkingsgraad). De vastrentende waarden en de rente-derivaten (ter afdekking van het renterisico) stegen in waarde in verband met de gedaalde rente. De aandelen zijn in waarde gestegen in verband met een gunstig beursklimaat in mei.
Aangezien de waardestijging van het pensioenvermogen kleiner was dan de waardestijging van de voorziening pensioenverplichtingen, is de dekkingsgraad gedaald in mei.
De beleidsdekkingsgraad (= gemiddelde nominale dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden) is gestegen met 0,1%-punt en bedraagt ultimo mei 115,5%. Dit is hoger dan de per 31 maart 2018 vastgestelde strategisch vereiste dekkingsgraad (114,1%). Het fonds heeft dus een reserveoverschot.