De nominale dekkingsgraad (gebaseerd op DNB UFR curve) is gestegen en bedraagt op 30 april 2017 114,1%. Op 31 maart 2017 bedroeg deze nominale dekkingsgraad 113,0%.
Deze stijging van de nominale dekkingsgraad met 1,1%-punt in april komt door:
- De marktrente is in april licht gestegen (de 30-jaars swaprente met 0,02%) en hierdoor is de voorziening pensioenverplichtingen gedaald met ongeveer € 5 miljoen (positief effect op de dekkingsgraad).
- Het pensioenvermogen (waarde van de beleggingen en overige activa en passiva) is met ongeveer € 27 miljoen gestegen (positief effect op de dekkingsgraad). De inflatie-derivaten (ter afdekking van het inflatierisico) zijn in waarde gestegen vanwege de gestegen inflatieverwachting. De beleggingen in vastrentende waarden (met name Alternatives) en aandelen namen iets toe, de rente-derivaten (ter afdekking van het renterisico) daalden in waarde als gevolg van de gestegen marktrente.
Aangezien het pensioenvermogen is gestegen én de voorziening pensioenverplichtingen is gedaald, is de dekkingsgraad gestegen in april.
De beleidsdekkingsgraad (= gemiddelde nominale dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden) is gestegen met 0,5%-punt en bedraagt per 30 april 2017 110,7%. Dit ligt 2,6%-punt onder de per 31 maart opnieuw vastgestelde strategisch vereiste dekkingsgraad (113,3%) waardoor het pensioenfonds nog steeds in een positie van reservetekort verkeert.